Eerste opvangtips

Laat de egel in nood niet achter in een bos of op een ander plek, aangezien een egel niet van zon en licht houdt en dus zal wegkruipen onder de bosjes. Neem een egel in nood gelijk mee naar huis, gewikkeld in een doek, shawl of stuk krant.

Plaats thuis de egel in een goed afsluitbare doos met luchtgaten. Leg een dubbelgeslagen handdoek in de doos en bij voorkeur een kruik of een, met warm water gevulde (kunststof) limonadefles in een handdoek of dikke sok. De kruik moet half worden gevuld met goed warm (maar niet kokend) water. Vouw de kruik boven het water dubbel zodat de lucht kan ontsnappen en draai dan de dop stevig dicht. Als er teveel lucht in blijft zitten is de kruik bol en rolt de egel er vanaf. Doe de handdoek er daarna goed omheen zodat de egel niet tegen het hete rubber aanligt.

Voer de egel geen eten of drinken. U kunt er wel een klein bakje water bijzetten met een paar scheppen blikvoer voor katten of een handjevol kattenbrokjes.
Laat de egel vooral met rust, de warmte en rust zullen het dier stabiliseren waardoor we het dier sneller op de opvang kunnen helpen.

 

Nesten

Als u een klein egeltje vindt, kijkt u dan nog eens goed of er niet meer jonge egeltjes uit hetzelfde nest rond lopen. Vaak is dat namelijk wel het geval. Let u ook de dagen erna nog goed op of u de rest van de jongen niet alsnog vindt.

Bel de dichtstbijzijnde egelopvang.

 

Vervoer van de dieren naar de opvang

De Egelbescherming is een opvang waar dieren gebracht kunnen worden door dierenambulances, particulieren, politie, boswachters en dergelijke.
Het vervoer naar de opvang is een taak van de dierenambulance of de vinder van de egel zelf.

Het is voor ons niet mogelijk om naast onze opvangtaken ook het vervoer te regelen. Dit geeft helaas steeds vaker problemen door onderbezetting van de diverse afdelingen van de dierenambulances of het volledig ontbreken ervan.

Wij doen altijd ons uiterste best om het dier alsnog naar de opvang te krijgen, maar ook de Egelbescherming werkt uitsluitend met vrijwilligers en ook daar kampen we met een constante onderbezetting. Het opvangen, medisch verzorgen en terugplaatsen in de natuur van 1200 egels per jaar, vergt al onze krachten. Als wij dan ook nog mensen in moeten gaan zetten om de dieren te halen, gaat dat ten koste van de verzorging van de dieren in de opvang.

Dit probleem wordt per jaar groter en verdient politieke aandacht.

 

Vervoerstips

Zorg dat de doos goed afgesloten is (voorzien van luchtgaten) zodat het dier er onderweg niet uit kan kruipen.

Baby egels die nog niet behaard zijn en/of de oogjes nog dicht hebben, altijd warm vervoeren d.m.v. kruik. Bij gebrek aan een kruik eventueel een (kunststof) limonadefles in een handdoek of dikke sok ernaast leggen.

Ook grotere of volwassen egels warm vervoeren, let in de zomer wel op de temperatuur in de auto, stop een keer onderweg om te kijken naar de egel, als het dier plat op zijn buik met de poten wijd ligt, is het te warm, ligt het half opgerold, dan is het goed.

Aangezien egels wilde dieren zijn, zijn ze stressgevoelig, daarom is het belangrijk de egel zo rustig mogelijk te vervoeren, de egel moet zo min mogelijk zien of horen. De autoradio het liefst uit of heel zachtjes.